Configuratie
U kunt het apparaat configureren met instellingen die vereist zijn voor bepaalde diensten. Het is ook mogelijk dat deze
instellingen u worden toegestuurd door uw serviceprovider.
Zie 'Dienst voor configuratie-instellingen', p. 7.
Selecteer
Menu
>
Instellingen
>
Configuratie
en maak een keuze uit de volgende opties:
•
Standaardconfig.-instellingen
— om de serviceproviders weer te geven die in het apparaat zijn opgeslagen. Als u de
configuratie-instellingen van de serviceprovider wilt instellen als standaardinstellingen, selecteert u
Opties
>
Als
standaard
.
•
Std. activeren in alle toepassingen
— om de standaardconfiguratie-instellingen voor ondersteunde toepassingen te
activeren.
•
Voorkeurstoegangspunt
— om de opgeslagen toegangspunten weer te geven. Ga naar een toegangspunt en selecteer
Opties
>
Details
om de naam van de serviceprovider, de gegevensdrager en het packet-gegevenstoegangspunt of GSM-
inbelnummer weer te geven.
•
Verb. mt onderst. serviceprovider
— om de configuratie-instellingen van uw serviceprovider te downloaden.
•
Instellingen apparaatbeheer
— om al dan niet toe staan dat software-updates worden ontvangen. Of deze optie
beschikbaar is, hangt af van uw apparaat.
Zie 'Software-updates over-the-air', p. 30.
•
Persoonlijke config.instellingen
— om nieuwe persoonlijke accounts voor diverse diensten toe te voegen en om deze te
activeren of te verwijderen. Als er nog geen account is toegevoegd en u wilt een nieuwe persoonlijke account toevoegen,
selecteert u
Nw tvgn
. Anders selecteert u
Opties
>
Voeg nieuwe toe
. Selecteer het diensttype, en selecteer de vereiste
parameters of voer deze in. De parameters verschillen per geselecteerd diensttype. Als u een persoonlijke account wilt
verwijderen of activeren, gaat u naar de account en selecteert u
Opties
>
Verwijderen
of
Activeer
.